Inleiding
De gids “plan van aanpak” heeft als doel om doorgedreven (stapsgewijze) energetische renovaties van woningen op een gestructureerde manier aan te pakken, om zo tot een kwaliteitsvol en gestroomlijnd renovatieproces te komen. Daarbij richt hetdocument zich op de eerste plaats op de ontwerpers die een dergelijke gestructureerde aanpak in een plan van aanpak zullen vertalen. Het maken van een goed ontwerp voor een specifiek project vergt een goede visie die rekening houdt met het wenselijk ambitieniveau inzake energie, de bestaande situatie, de wensen van de klant en de kostprijs. De ontwerper zal een aantal keuzes moeten maken om tot een uitvoerbaar Masterplan te komen.
Deze keuzes situeren zich in principe op 3 niveaus:
- Fundamentele keuzes op projectniveau: slopen/renoveren, integraal/gefaseerd, volgorde van de werken, ventilatieconcept, ambitieniveau energieprestatie, ….
- Keuze voor renovatiemaatregelen: op niveau van elke component vastleggen hoe deze technisch gerenoveerd zal worden
- Concrete invulling van de maatregelen via keuze van specifieke materialen en gedetailleerde uitvoering
Voorliggend document behelst keuzes die een ontwerper op projectniveau dient te maken bij een renovatieproject. Het wil ideeën en inspiratie aanreiken, alsook een houvast bieden en het nemen van beslissingen ondersteunen bij de verschillende stappen in het traject.
Naar een masterplan
Alle uit te voeren maatregelen, vandaag en morgen, passen binnen een totaalconcept met globale energieprestatiedoelstellingen voor het gebouw. Om een performant en evenwichtig eindresultaat te bekomen, zal dus steeds een ‘plan van aanpak’ of masterplan moeten worden opgemaakt.
Het ontwikkelen van een dergelijk masterplan vergt een systematische kennis van:
- de bestaande toestand: hiervoor is een uitgebreide analyse noodzakelijk. Binnen RenoFase werd een methodiek uitgewerkt om deze analyse of diagnose van de bestaande toestand op een systematische manier uit te voeren
- de randvoorwaarden: welke beperkingen zijn er en hoe kan daar mee worden omgegaan
- de klant: hoe hun wensen het energieverhaal kunnen versterken
- ontwerpoplossingen: goede kennis van de mogelijke technische oplossingen en hun onderlinge koppelingen
De opbouw van de gids weerspiegelt daarbij in grote lijnen het bouwproces: van analyse van de bestaande toestand, over het ontwerp met het opstellen van een masterplan, tot de uitvoering en de daarbij aansluitende rol van de ontwerper.
Analyse van het bestaande gebouw
Een goed ontwerp is steeds geworteld in een gedegen kennis van alle mogelijke randvoorwaarden. Specifiek voor renovaties is een grondige kennis van de bestaande toestand cruciaal – kennis die wordt opgebouwd aan de hand van een omvattende analyse. Vaak zal tijdens de werken nieuwe informatie naar boven komen. Daardoor zal het ontwerp moeten worden aangepast en moeten gemaakte keuzes herbekeken worden, wat maar al te vaak een grote impact heeft op kwaliteit, complexiteit, efficiëntie, en dus ook kosten. Het is dus essentieel om zoveel mogelijk kennis op voorhand te verzamelen.
De analyse van het gebouw zal volgende onderdelen bevatten (die in de pdf versie verder worden uitgewerkt):
- de structuur van het gebouw
- stabiliteit van de structuur
- te verwachten levensduur in functie van mogelijke aantastingen
- agressies waaraan de structuur onderhevig was en is
- vochtproblemen
- staat van de technische installaties
- energieprestatie van het gebouw
- cultuurhistorische waarde
- aandachtspunten in functie van de toekomstige situatie
- luchtdichtheid
- integreerbaarheid van hernieuwbare energie
- akoestiek
- zomercomfort
- brandveiligheid
- ventilatie
- gevaarlijke stoffen
Het ontwikkelen van een plan van aanpak voor renovatie
Objectief kader voor de fundamentele keuzes
Slopen of renoveren
Bij de start van het denkproces rond het aanpakken van een bestaand gebouw, verdient het aanbeveling om inzake renovatie of sloop een aantal belangrijke overwegingen in acht te nemen:
- Het perspectief van de klant is van groot belang. Is de doelstelling energie besparen of comfort verbeteren, of gaat het om een volledige upgrade? Wanneer de opgave toespitst op een betere ruimte-indeling, dan kan sloop of vernieuwbouw nieuwe kansen bieden.
- Kijken we enkel naar energiebesparing, dan wijst een Vlaamse studie uit dat de extra energiebesparing door te slopen en te vernieuwbouwen relatief beperkt is ten opzichte van een renovatiescenario. Wanneer een renovatie slechts beperkte energiebesparingsmogelijkheden biedt en/of dure structurele maatregelen nodig zijn om de kwaliteit van de woning op peil te brengen (waarbij de kosten hoog oplopen), dan vormt sloop gevolgd door een ambitieuze nieuwbouw een interessant alternatief.
- Een doorslaggevende factor in de keuze tussen sloop of renovatie zal vaak een prijsvergelijking zijn tussen beide scenario’s. Sturend hierbij is de ingeschatte kostprijs voor de noodzakelijke werken. De staat van het gebouw, maar ook de aanpasbaarheidzijn daarbij belangrijke parameters. De sloopkost zelf heeft vaak slechts een beperkte invloed op de totale kostprijs. Al moet worden benadrukt dat hier zeker ook moet gekeken worden naar te verwijderen materialen, in het licht van de huidige en toekomstige regelgeving rond het verwerken van bouwafval.
- Om sloop en renovatie goed met elkaar te kunnen vergelijken, is het belangrijk om een zeer grondige analyse uit te voeren van het bestaande gebouw, zodat wordt vermeden dat tijdens de renovatie problemen opduiken die de verhouding sloop/renovatie volledig wijzigen.
- De timing van de uit te voeren werken kan een rol spelen, net als de te nemen voorzorgsmaatregelen voor de buurt.
- Het al dan niet kunnen blijven gebruikmaken van de woning is ook een belangrijk argument pro/contra sloop.
Het is niet eenvoudig om alle voor- en nadelen op te lijsten en tegenover elkaar af te wegen. In BIJLAGE II van het document wordt getracht een volledig overzicht van pro’s en contra’s te bieden.
Integraal renoveren
Het bestaande gebouw integraal renoveren biedt de mogelijkheid voor zeer goede technische oplossingen. Alle gebouwdelen worden dan tegelijkertijd opgewaardeerd. Daardoor kunnen relatief efficiënte oplossingen worden uitgewerkt, en kunnen de verschillende componenten op elkaar worden afgestemd. Integrale renovatie volgt een klassiek bouwproces zoals opgegeven in onderstaande figuur. Dit heeft als potentieel voordeel dat alle activiteiten en betrokken actoren zeer goed op elkaar kunnen worden afgestemd, en dat bij wijze van optimum zelfs een zeer strikte tijds- en financiële planning zou kunnen worden gehandhaafd.
Verdere voordelen ten opzichte van gefaseerd werken zijn:
- Er ontstaat een synergie-effect bij het gelijktijdig renoveren van verschillende componenten.
- de hinder wordt beperkt in de tijd.
- Er is minder kans op schade aan reeds uitgevoerde werken.
- de beoogde energiebesparing wordt in één keer gerealiseerd.
Tot de nadelen van een integrale renovatie behoren:
- Een nadeel van integrale renovatie is de initieel hoge kost.
- Het is moeilijk of onmogelijk om in de bestaande woning te blijven wonen.
Gefaseerd renoveren
In het licht van deze problematiek is stapsgewijze renovatie dan ook een interessant alternatief. Door de fasering kan men in elke stap streven naar een toekomstige energieprestatie-doelstelling, terwijl het budget per fase relatief beperkt kan blijven. Bovendien kan de woning vaak bewoond blijven. Ook het beleid erkent het belang van de ‘doorgedreven renovatie in stappen’.
De gerealiseerde energiebesparing wordt op deze wijze gradueel verminderd. Ambitieuze doelstellingen blijven mogelijk, zolang de gefaseerde maatregelen kaderen in een globaal plan van aanpak met een ambitieuze doelstelling.
Bij elke fase zal rekening gehouden moeten worden met de stappen die al gezet zijn, maar ook met de stappen die nog gezet moeten worden. Alleen zo kan ervoor worden gezorgd dat elke fase in het renovatietraject voldoende efficiënt, kwaliteitsvol en doordacht wordt uitgevoerd. Dat maakt dat een plan van aanpak bij gefaseerde renovatie van groot belang is. Het gevaar hierbij is het creëren van lock-in van maatregelen. Hiermee wordt bedoeld dat de keuze voor een oplossing die op het eerste zicht onbelangrijk lijkt, toch een invloed zal uitoefenen op later te maken keuzes, en zo dus in het grotere beslissingsproces wordt “opgesloten”. Componenten die in de eerste fases van het renovatieproces bijvoorbeeld te weinig performant worden gekozen omdat men slechts kijkt naar de huidige toestand, zullen de perfomantie van later te kiezen maatregelen telkens opnieuw weer verlagen.
De vier fasen die we onderscheiden bij integrale renovatie (zie figuur 2) spelen bij gefaseerde renovatie ook nog steeds een rol. Een valkuil bestaat erin dat bij gefaseerde renovaties alle fasen van het bouwproces weer moeten worden doorlopen, wat leidt tot een verspilling van middelen.
Een andere valkuil is dat de reeds uitgevoerde gefaseerde werken niet meer voldoen aan nieuwe prestatie-eisen die door de overheid opgelegd worden, en dus het risico op dubbele kosten. Het is daarom belangrijk om van in het begin een bouwprocesplan van de fasen en hun interacties op te maken in overeenstemming met de wensen en verwachtingen van de opdrachtgever.
Tot de voordelen van het werken in stappen behoren:
- de totale investering wordt gespreid over een langere periode.
- bij een beperkte tijdspanne die beschikbaar is kan een deel van de werken gewoon worden uitgesteld.
- Componenten kunnen worden vervangen aan het einde van hun levensduur.
- Het gebouw kan bewoond blijven tijdens (het grootste deel van) de werken.
Bepalen van de globale energiedoelstellingen
Door de overheid wordt een duidelijke langetermijn doelstelling vooropgesteld: BENOveren. Hoe deze langetermijn visie concreet wordt vertaald in de renovatiemaatregelen die u vandaag wil doorvoeren, blijft echter een belangrijke vraag. Uiteraard moet men minstens voldoen aan de huidige wettelijke verplichtingen (vnl. bij vergunningsplichtige werken en grondige renovaties), en is het raadzaam o, in het kader van deze lange-termijn-visie voldoende ambitieus te zijn, maar hoe bepaalt men dit?
Volgende bemerkingen kunnen daarbij worden geformuleerd:
- De invloed van energiebesparende maatregelen op de gebruikskost van een gebouw is vaak groot, zeker wanneer men het energiegebruik voor en na renovatie vergelijkt.
- In eerste instantie kan men trachten een ‘kostenoptimaal’ niveau’ na te streven. Hierbij wordt de (hogere) initiële investering in renovatiemaatregelen (deels) terugverdiend door een lagere energiefactuur.
- Men kan ook een stap verder zetten, richting zeer energiezuinige of doorgedreven renovatie. Hiervoor kan men zich richten op de standaarden die vandaag of in de toekomst voor nieuwbouw worden vooropgesteld in de verschillende gewesten, en daarnaast zijn er ook vrijwillige standaarden uit binnen- en buitenland die als leidraad kunnen dienen.
- Een zeer ambitieus einddoel is niet altijd haalbaar. De totale kostprijs hangt steeds sterk af van de mate waarin het ontwerp en ook de uitvoering geoptimaliseerd kan worden.
Belangrijk is ook dat het bepalen van een ambitieniveau per component zich door kan trekken in een gefaseerde aanpak. Zo kan men als eerste stap in een gefaseerde renovatie bijvoorbeeld al het dak renoveren naar de de richtwaarde van EPB Brussel 2015 (U ≤ 0,12 W/m²K), zelfs al zijn de andere componenten nog niet aangepakt.
Keuze van het ventilatiesysteem
Om oude woningen, die vaak weinig comfortabel of zelfs ronduit ongezond zijn, om te vormen tot een aangename leefomgeving met een goed binnenklimaat, is meer nodig dan enkel het verbeteren van de thermische prestaties van het gebouw. Er moet ook aandacht zijn voor een goede ventilatie.
De keuze voor een ventilatieconcept gebeurt daarbij op gebouwniveau, en bestaat enerzijds uit de keuze voor mechanische of natuurlijke toe- en afvoer, en anderzijds uit centraal of decentraal ventileren. De keuze van het ventilatieconcept kan samenhangen met de keuze voor een gefaseerde uitvoering. Wanneer men zeer gefaseerd wil werken, zal men eerder uitkomen bij decentrale systemen, of bij een gefaseerd geplaatst centraal systeem (bv gefaseerd plaatsen van RTO’s).
Er zal een keuze moeten worden gemaakt uit de verschillende mogelijke basissystemen A, B, C en D. De keuzecriteria zijn voor een deel dezelfde als voor nieuwbouw, zoals akoestische aspecten, maar soms ook renovatiespecifiek. Omdat elke renovatie toch weer verschillend is, kunnen geen strikte selectierichtlijnen worden gegeven. Om te helpen bij de uiteindelijke conceptkeuze, worden hieronder een aantal vragen gesteld en overwegingen gemaakt:
- Wat willen we behouden, wat wordt nu vervangen, wat in de toekomst?
- Hoe ver willen we de energetische renovatie doortrekken?
- Gaat het over een beperkte ingreep in één ruimte of het vervangen van schrijnwerk, of is het een allesomvattende renovatie?
- De gebouwvorm en de planschikking van de verschillende ruimten moeten zich lenen tot een goed werkend ventilatiesysteem.
- Systeem A is minder aangewezen bij woningen met een beperkte gebouwhoogte of waar de meeste natte ruimten lager liggen dan de meeste droge ruimten.
- Zijn de droge of de natte ruimten gegroepeerd, dan zal het kanalennet korter, eenvoudiger en goedkoper uitvallen.
- De voorziene weg van de lucht is van groot belang: van toevoerruimten over doorvoerruimten naar afvoerruimten.
- Ook systeem D is erg gevoelig voor een goede planschikking, vanwege het grotere aantal weg te werken kanalen.
- Kunnen afdoende doorvoeropeningen worden voorzien?
- Er moet een voldoende grote verticale afvoerschacht met een behoorlijk grote sectie beschikbaar zijn.
- Is er ruimte om de kanalen weg te werken?
- Is er ruimte voor een ventilator of ventilatiegroep?
Volgorde van fasering
Wanneer wordt gekozen voor een renovatie in fasen, gespreid doorheen de tijd, is het belangrijk dat de voorziene maatregelen passen in een doordacht concept met een gewenste ‘eindtoestand’ van het gebouw. Er moet dus eerst een ‘masterplan’ opgemaakt worden waarin, in overleg en samenhang met de wensen van de bouwheer, volgende stappen worden gezet:
- het te bereiken einddoel wordt vastgelegd
- de maatregelen worden gekozen
- deze worden gegroepeerd in stappen, waarbij een volgorde en timing wordt bepaald op basis van volgende vragen:
- Zijn er maatregelen die best samen of gegroepeerd uitgevoerd worden?
- In welke volgorde worden de werken best uitgevoerd?
- Hoe kan er rekening worden gehouden met de onderlinge afhankelijkheden?
- Hoe kunnen latere ingrepen optimaal voorzien worden?
- Welk ambitieniveau moet vooropgesteld worden voor de individuele maatregelen?
De gids “plan van aanpak” gaat dieper in op de manier van faseren en geeft een aantal richtlijnen voor de volgorde van uit te voeren maatregelen
Onderlinge afhankelijkheid van maatregelen
De kern van elk plan van aanpak zit in een goede planning van de werken, die rekening houdt met de (wederzijdse) afhankelijkheden tussen de verschillende maatregelen. Enkel zo kan een gestroomlijnde en kwaliteitsvolle uitvoering van de werken worden bekomen, wordt dubbel werk vermeden, en kunnen de kosten worden gedrukt.
In eerste instantie moet men een goed zicht krijgen op de interacties tussen de verschillende maatregelen en de onderlinge afhankelijkheden. Hierbij wordt per uit te voeren maatregel in 2 richtingen gekeken:
- aandacht voor de invloed van de maatregel op de reeds uitgevoerde werken en de bestaande toestand
- aandacht voor de invloed van de maatregel op werken die in een volgende fase worden uitgevoerd
De gids reikt een tool aan om deze interacties in kaart te brengen, en geeft nadien een aantal voorbeelden van veel voorkomende interacties en hoe deze kunnen worden aangepakt, zoals visueel weergegeven in Figuur 4.
![](https://www.renofase.be/wp-content/uploads/2017/04/Beeld09.jpg)
Figuur 4: Voorbeeld van gefaseerde renovatie waarbij het raam in eerste instantie wordt behouden, en de rolluik wordt vervangen door een performant exemplaar.