Op basis van het stappen plan weergegeven in onderstaande figuur (Figuur 2) is het mogelijk de toepassing en het ontwerp van een buitenisolatie structureel aan te pakken.
- Allereerst is het belangrijk een goede analyse van de bestaande situatie uit te voeren.
- Wanneer de gevel aan de gestelde eisen voldoet, wordt de warmteweerstand van de geïsoleerde muur bepaald.
- Op basis van de uitgevoerde diagnose en de beoogde warmteweerstand wordt een buitenisolatiesysteem gedimensioneerd en een geschikt isolatiemateriaal geselecteerd.
Een gedetailleerde analyse van de bestaande toestand van de buitenmuur vindt plaats op basis van het binnen RenoFase ontwikkelde Diagnose-rapport en de bijhorende tool, voor de analyse van bestaande problemen en pathologieën. Specifiek voor de toepasbaarheid van buitenisolatiesystemen wordt een analyse uitgevoerd op basis van WTCB Infofiche 47 [Dirkx, et al. 2007]. Met betrekking tot de toepasbaarheid van buitenisolatie dient worden rekening gehouden met de volgende aspecten: Voor een gedetailleerde analyse van de bestaande gevel wordt verwezen naar Technische Voorlichting Bepleistering op Buitenisolatie (draft) [Dirkx et al. 2010] en de STS Buitenisolatiesystemen [STS 71-2 Buitenisolatiesystemen (draft)]. Aandachtspunten Wanneer de toestand van de bestaande gevel voldoet aan bovenstaande voorwaarden, wordt een geschikt buitenisolatiesysteem geselecteerd. Hierbij dient men rekening te houden met de volgende aandachtspunten:Diagnose van de bestaande gevel
De verbetering van de thermische weerstand van de gevel wordt bepaald op basis van de U-waarde van de gevel. Figuur 3 illustreert de typische dikte van de thermische isolatie van een buitenisolatiesysteem wanneer het systeem voldoet aan de premie-eisen (anno 2014) met een warmteweerstand van de isolatie (Riso) van 3.5 m2K/W en de maximale U-waarde (Umax) conform de EPB-eisen voor nieuwbouw 0.24 W/(m2K). De figuur geeft de isolatiedikte weer voor verschillende isolatiematerialen: minerale wol (MW), geëxpandeerd polystyreen (EPS), polyurethaan (PUR), polyfenol (PF), houtvezel (WF), geëxtrudeerd polystyreen (XPS), en cellenglas (CEL) – Andere systemen (oa. capillair actieve) zijn nog onderworpen aan onderzoek en kunnen deze lijst op termijn vervolledigen. Een voordeel van een buitenisolatiesysteem is dat de gevel omhuld wordt door een continue laag thermische isolatie, waardoor het risico op koudebruggen gering is. Tevens heeft een buitenisolatiesysteem geen of een beperkte invloed op de thermische massa van het gebouw. Figuur 3: Typische dikte van de isolatie van een buitenisolatiesysteem voor een minimale warmteweerstand van 3.5 m2K/W en maximale U-waarde van 0.24 W/m2K voor verschillende isolatiematerialen.Thermische verbetering
In de huidige bouwpraktijk onderscheidt men twee type systemen (Tabel 1), waarbij het onderscheid wordt gemaakt op basis van de al dan niet aanwezigheid van een luchtspouw achter de gevelbekleding. Deze luchtspouw zorgt voor een drukvereffening en vochtafvoer [STS 71-2 Buitenisolatie-systemen (draft)]. Systemen met een luchtspouw [WTCB TV 243 Gevelbekledingen uit hout en plaatmaterialen op basis van hout] Systemen zonder luchtspouw (External Thermal Insulation Composite Systems, ETICS) [Technische Voorlichting Bepleistering op Buitenisolatie (draft)] [Grégoire et al. 2011] Tabel 1: Overzicht van buitenisolatiesystemen in de actuele bouwpraktijk Wanneer de bestaande gevel bestaat uit een spouwmuur is het mogelijk om het buitenspouwblad te slopen en dit te vervangen door een buitenisolatiesysteem. In dit geval is het mogelijk om een betere thermische prestatie te realiseren dan de thermische prestatie overeenkomend met een typische spouwbreedte van 5cm. Het binnenspouwblad dient in dit geval aan de in paragraaf 3.1 gestelde eisen te voldoen. Tevens is het mogelijk om bovenstaande buitenisolatiesystemen te combineren met spouwisolatie, een na-isolatie van de spouw of een binnenisolatie.Systeemkeuze
De uitvoering van een buitenisolatie kan worden onderverdeeld in de volgende fasen: Ten aanzien van de uitvoering van buitenisolatiesystemen is behalve het vermijden van koudebruggen, hetgeen wordt gerealiseerd door een correcte detaillering, belangrijk om rekening te houden met de volgende aspecten:Uitvoeringstechniek
Ten aanzien van de detaillering bij de toepassing van een buitenisolatiesysteem is het belangrijk rekening te houden met de volgende aandachtspunten: Aansluiting van de muurvoet Onderstaande Figuur 4 toont de aansluiting van een ETICS systeem met de muurvoet, bestaande uit de isolatie van de ETICS, het pleister, het dragende metselwerk, een plint uit natuursteen, de sokkelisolatie, zwelband en sokkelprofiel, en bevestiging van het sokkelprofiel (ofwel steunprofiel). De aansluiting met de muurvoet wordt gerealiseerd door de plaatsing van een geïsoleerde plint (bijv. natuursteen of beton) tot 30cm boven het maaiveld, waarbij ter vermijding van koudebruggen ofwel een thermische snede wordt gecreëerd door toepassing van een isolerende bouwblok, ofwel de sokkelisolatie zodanig ver in de grond doorloopt opdat het traject van de warmteverliesstroom tussen binnen- en buitenomgeving minstens 1 meter is. Dikwijls is de noodzaak voor het toepassen van een dergelijke oplossing tot het reduceren van de warmteverliezen ten gevolge van deze koudebrug afhankelijk van het type project. Wanneer een gevel wordt geïsoleerd tot een zeer lage U-waarde is het onvermijdelijk om dergelijke koudebruggen te minimaliseren. Indien een gevel slechts met enkele centimeters thermische isolatie wordt geïsoleerd wordt aanbevolen om koudebruggen zoveel mogelijk te reduceren. Figuur 4: Aansluiting van een buitenisolatiesysteem met de muurvoet [Technische Voorlichting Bepleistering op Buitenisolatie (draft)] Positie van het buitenschrijnwerk Idealiter worden de ramen in een neg geplaatst ofwel gelijkliggend met het buitenvlak van de dragende muur ofwel excentrisch bij de uitlijning van de buitenste isolatielaag (Figuur 5). Bij de vervanging of verplaatsing van een venster is het belangrijk een voldoende dik raamkozijn te voorzien om de correcte uitvoering van een isolatiesysteem met de buitenafwerking toe te laten of om een plaatsing in een geïsoleerde neg mogelijk te maken. Tevens moeten raamdorpels (met zijdelingse opkanten) toelaten om het regenwater uit het gevelvlak af te voeren. De afwerking dient in hetzelfde vlak te liggen als de uiteinden van de opkanten. Figuur 5: Excentrische plaatsing van het venster bij de uitlijning van de buitenste isolatielaag (rechts) met zijdelingse opkanten (links) Voor bijkomende informatie omtrent de detaillering en specifieke plaatsing van het raamkader ten opzichte van de isolatie wordt verwezen naar Technische Voorlichting Bepleistering op Buitenisolatie (draft) en Technische Voorlichting 243. Aansluiting met dakranden Figuur 6 en Figuur 7 tonen de aansluiting van een buitenisolatiesysteem met respectievelijk een plat dak en een hellend dak. In beide gevallen is het belangrijk dat de dakisolatie aansluit op de gevelisolatie opdat koudebruggen worden vermeden. Figuur 6: Aansluiting van een buitenisolatiesysteem met een platdak Figuur 7: Aansluiting van een buitenisolatiesysteem met een hellend dakDetaillering
Referenties