Voor de energetische renovatie van een platdak is geen pasklare methodologie beschikbaar. De mogelijkheden en renovatie-oplossingen worden door verschillende parameters bepaald, waaronder de dakgeometrie, hoogte van de aansluiting met andere gebouwen en constructie-elementen, en de bestaande toestand van het dak zelf. Belangrijkste aandachtspunt voor een succesvolle renovatie is de beoordeling van de bestaande toestand waarbij de dakdichting centraal staat. Deze is immers verantwoordelijk voor het risico op eventuele vochtinfiltratie en degradatie die kan optreden na de renovatie.
Onderstaande figuur (Figuur 27) toont de methodologische selectie van een renovatie-oplossing voor een plat dak.
- Allereerst is het belangrijk een goede diagnose van de bestaande structurele situatie uit te voeren.
- Wanneer de structuur van het dak aan de gestelde eisen voldoet, wordt bekeken of er bestaande isolatie aanwezig is.
- Wanneer er geen bestaande isolatie aanwezig is, wordt de toestand van de bestaande dakdichting geëvalueerd. Indien deze nog in goede staat verkeert en er geen risico op vochtinfiltratie is, is het mogelijk deze te behouden en additionele isolatie te plaatsen. Het is dan mogelijk om een warm dak te creëren waarbij de bestaande afdichting als dampscherm fungeert (warmdak). In dit geval wordt thermische isolatie inclusief een nieuwe dichting geplaatst. Bij wijze van alternatief is het mogelijk een omkeerdak te realiseren door de thermische isolatie op de bestaande dichting te plaatsen
- Indien bestaande thermische isolatie aanwezig is, wordt de locatie, dikte en type van deze isolatie vastgesteld en de toestand van de bestaande isolatie (droog/in goede staat?) en de kwaliteit van de dakdichting geëvalueerd. Afhankelijk van deze parameters wordt besloten om de bestaande isolatie te behouden of te vervangen.
Figuur 27: Selectie van de renovatie-oplossing voor een plat dak
Wanneer ervoor wordt gekozen om thermische isolatie te plaatsen in de dakconstructie, wordt allereerst een diagnose van de bestaande toestand van het plat dak uitgevoerd op basis van WP1 Diagnose. Hierbij dient de bestaande toestand van het dak aan de volgende eisen te voldoen:Diagnose van het bestaande plat dak
Alvorens een systeem wordt toegepast voor het isoleren van het dak, is het belangrijk rekening te houden met de volgende aandachtspunten:Aandachtspunten
Vooropgesteld dat de dragende structuur van het bestaande dak aan alle eisen voldoet om deze te kunnen behouden en de (bestaande) dakdichting zodanig functioneert dat (regen)infiltratie in het dak niet voorkomt, is het mogelijk om het dak te isoleren door het plaatsen van thermische isolatie op de dakvloer. Dit betekent dat de totale dikte van de dakopbouw toeneemt en aanpassing van de dakranden en dakdetails vereist is. Thermische isolatie op de bestaande structuur (warmdak) Voor beide types bestaande dakconstructies, bestaande uit ofwel een massieve (betonnen) dakvloer, ofwel een lichte constructie uit hout of metaal, is het mogelijk thermische isolatie op de dakvloer te plaatsen, respectievelijk weergegeven in Figuur 30 en Figuur 31. In deze gevallen bestaat het gerenoveerde dak uit een warmdakconstructie, waarbij de thermische isolatie zich tussen de (nieuwe) afdichting en de dakvloer en de bestaande dakdichting (fungerend als dampscherm) bevindt. Alvorens de bestaande dakdichting als dampscherm kan fungeren dient de aanwezigheid van gebreken worden geanalyseerd. Wanneer de dakdichting lokale gebreken vertoont, worden deze hersteld, opdat er sprake is van een continu dampscherm. In principe is het gebruik van de bestaande dakdichting als dampscherm veelal mogelijk, mits deze geen gebreken vertoond of deze zijn hersteld. Echter, bij een extreem vochtig binnenklimaat, zoals een zwembad, (binnenklimaatklasse 4) wordt aangeraden om de bestaande dakdichting niet als dampscherm te gebruiken, omdat de waterdampdiffusie weerstand doorgaans niet toereikend is bij dit type binnenklimaat. In dit geval wordt aanbevolen om een dampscherm van voldoende waterdampdiffusieweerstand te voorzien. In het geval dat al een (relatief geringe hoeveelheid) thermische isolatie op of onder de dakvloer aanwezig is, is het eveneens mogelijk om isolatie bij te plaatsen en een nieuwe dakdichting te voorzien, zoals weergegeven in Figuur 30, Figuur 31, en Figuur 32. Wanneer er op het moment voor de renovatie geen condensatieprobleem wordt vastgesteld, zal bij een ongewijzigd binnenklimaat na de renovatie, het toevoegen van thermische isolatie langs de buitenzijde de situatie op hygrothermisch vlak steeds verbeteren. Bij twijfel over deze mogelijke verbetering wordt aanbevolen een hygrothermische berekening (bijv. een Glaser-analyse [DIN 4108-3]) uit te voeren. Figuur 28: Thermische isolatie op de bestaande betonnen draagconstructie Figuur 29: Thermische isolatie op de bestaande houten structuur Figuur 30: Thermische isolatie op de bestaande betonnen draagconstructie Figuur 31: Thermische isolatie op de metalen constructie Figuur 32: Thermische isolatie op de bestaande houten structuur Thermische isolatie op de bestaande constructie (Omkeerdak) Wanneer de bestaande afdichting in goede staat verkeert en men verwacht dat deze gedurende een lange tijd nog goed zal functioneren is het eveneens mogelijk om de bestaande dichting te behouden, waarbij de nieuwe isolatie op de oude afdichting wordt geplaatst (omkeerdak). Figuur 33 toont een dergelijke oplossing voor een massieve dakvloer. Bij de omgekeerde platdakopbouw dient men rekening te houden de mogelijkheid dat bij een regenbui (koud) regenwater onder de isolatie dringt. De aanwezigheid van regenwater dient meegenomen te worden in de berekening van de U-waarde [NBN EN ISO 6946], hetgeen doorgaans resulteert in een toeslag op de U-waarde van 0.05 W/(m2K). Bovendien mag de thermische isolatie op het omkeerdak niet in verschillende lagen worden uitgevoerd. Men dient er bij deze optie rekening mee te houden dat een ballastlaag noodzakelijk is op de isolatieplaten. Tevens dient de draagstructuur in staat te zijn om dit additionele gewicht te kunnen dragen. Figuur 33: Thermische isolatie op de bestaande dakdichting (omkeerdak) Thermische isolatie op het plat dak met bestaande isolatie (Duodak) Indien al bestaande isolatie aanwezig is en de bestaande afdichting in goede staat verkeert, kan ervoor worden gekozen om nieuwe isolatie op de bestaande afdichting te plaatsen en op deze manier een combinatie van een warmdak en omkeerdak, i.e. een duodak, te maken. Figuur 34 toont een duodak met een massieve draagconstructie. Een dergelijke opbouw is eveneens mogelijk voor een lichte dakconstructie (voor zover de draagvloer het bijkomende ballastgewicht kan dragen). Figuur 34: Thermische isolatie op de bestaande afdichting en isolatie (Duodak) Analoog aan paragraaf 7.3.1 en 7.3.2 ligt het voor de hand om een bestaand omkeerdak te renoveren door isolatie bij te plaatsen en op deze manier een meerlaagse opbouw te creëren. Bij een meerlaagse opbouw van de (omkeerdak)isolatie is het echter mogelijk dat een vloeistoffilm zich opbouwt tussen de isolatieplaten. Het water tussen de isolatieplaten fungeert dan als een dampscherm, waardoor het dak niet in staat is te drogen. Tevens leidt de constante aanwezigheid van een waterfilm tot een hoge partiële dampdruk aan het oppervlak van de isolatie en een risico op vochtaccumulatie in het isolatiemateriaal. Omgekeerde platdaken worden maximaal met een isolatie bestaande uit één laag uitgevoerd. Thermische isolatie tussen de bestaande structuur Het aanbrengen van (nieuwe) thermische isolatie tussen de houten structuur wordt in principe afgeraden, omdat dit resulteert in een compactdakopbouw met relatief grote hygrothermische risico’s. Voor additionele informatie met betrekking tot deze opbouw wordt verwezen naar [WTCB Contact 2012/2]. Echter, het isoleren tussen de bestaande structuur is interessant wanneer men relatief lage U-waarden wil bereiken zonder een al te dik isolatiepakket op de dakvloer toe te passen (Figuur 20). Op deze manier kan men een deel (tot een derde van de totale dikte) onder de dakvloer plaatsen. Tevens is het belangrijk dat het dampscherm dat aan de binnenzijde ter plaatse van de binnenafwerking wordt geplaatst zeer goed is afgewerkt opdat een zeer goede luchtdichtheid is gegarandeerd. Figuur 35: Thermische isolatie tussen en op de bestaande structuurSysteemkeuze
De verbetering van de thermische weerstand van het dak wordt bepaald op basis van de U-waarde van het dak. Figuur 36 presenteert de typische dikte van de thermische isolatie van een warmdak wanneer het systeem voldoet aan de premie-eisen (anno 2014) met een warmteweerstand van de isolatie (Riso) van 3.5 m2K/W en de maximale U-waarde (Umax) conform de EPB-eisen voor nieuwbouw 0.24 W/(m2K). De figuur geeft de isolatiedikte weer voor verschillende isolatiematerialen: minerale wol (MW), geëxpandeerd polystyreen (EPS), polyurethaan (PUR), polyfenol (PF), houtvezel (WF),, en cellenglas (CEL). Tevens presenteert Figuur 37 de typische dikte isolatiemateriaal van geëxtrudeerd polystyreen (XPS) voor een omkeerdak. Figuur 36: Typische dikte van de isolatie van een plat dak (warmdakopbouw) voor een minimale warmteweerstand van 3.5 m2K/W en maximale U-waarde van 0.24 W/m2K voor verschillende isolatiematerialen Figuur 37: Typische dikte van de isolatie van een omkeerdak voor een minimale warmteweerstand van 3.5 m2K/W en maximale U-waarde van 0.24 W/m2KThermische verbetering
Als isolatiemateriaal worden doorgaans drukvaste platen gebruikt. Afhankelijk van het type dakopbouw, i.e. warmdak of omkeerdak, dient het isolatiemateriaal al dan niet vochtbestendig te zijn. Voor omkeerdaken komen momenteel enkel platen van XPS in aanmerking. Bij het isoleren tussen de bestaande structuur wordt veelal geopteerd voor soepele matten en vlokken. Bij het gebruik van harde platen is het belangrijk additionele aandacht te besteden aan de naadloze en luchtdichte aansluiting van de isolatie en de bestaande constructie. In het geval van soepele isolatie is deze aansluiting eenvoudiger te realiseren.Isolatiemateriaal en dampscherm
Ten aanzien van de uitvoeringstechniek van een dakisolatie is het belangrijk rekening te houden met het volgende:Uitvoeringstechniek
Detaillering
Referenties